Visiedocument Baptistengemeente Maastricht
Mat. 5:16
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Wat willen we zijn? (visie)
We willen een gemeenschap van mensen zijn die Jezus Christus toegewijd volgen midden in de samenleving.
Wat willen we doen? (missie)
We willen actief openstaan voor wat God geeft door zijn Woord en de Heilige Geest. We willen zijn liefde en genade delen met elkaar en met de omgeving waarin we wonen en werken.
Om bovenstaande visie en missie waar te maken, hebben we waarden benoemd die voor ons waardevol zijn in het toegewijd volgen van Jezus Christus. Op de volgende pagina’s worden deze in willekeurige volgorde beschreven.
Wat zijn onze waarden?
- Persoonlijke groei
- Onderlinge zorg
- Inspirerend
- Relevant
- Dienend
We willen een gemeenschap zijn van mensen die persoonlijk groeien in hun toewijding aan Jezus Christus, die Gods liefde en genade delen door voor elkaar te zorgen, en die geïnspireerd worden door Gods Woord en door zijn Geest. We willen elkaar en onze omgeving laten ervaren hoe relevant Gods Woord is voor ons leven en hoe goed het is om met God te leven. We hebben elkaar nodig om samen, ieder met zijn unieke gaven en talenten, God en de gemeente te dienen en tot zegen te zijn voor de mensen om ons heen.
Waarden
- Persoonlijke groei (meer en meer lijken op Jezus in denken, spreken en doen)
- In kennis van de Bijbel;
- In discipelschap en overgave;
- In ontwikkeling van persoonlijke gaven
Omschrijving
We geloven dat we God eren wanneer we leven volgens zijn wil en zo meer en meer gaan lijken op Jezus in ons denken, spreken en doen. De beste manier om dat te leren is om ons te verdiepen in de Bijbel. Daarom willen we dat bijbels onderwijs beschikbaar is voor iedereen in de gemeente, aansluitend bij iemands leeftijd of geloofsfase.
We willen dit onderwijs op alle terreinen van ons leven in praktijk brengen en elkaar zo helpen om te groeien als discipel van Jezus. Die groei is alleen mogelijk als we elkaar accepteren zoals God ons heeft gemaakt en als we elkaar helpen te worden zoals God ons heeft bedoeld.
We willen elkaar de ruimte geven om de gaven te ontwikkelen die God aan iedereen afzonderlijk gegeven heeft, zodat iedereen met zijn of haar eigen unieke gaven en talenten God en de gemeente kan dienen.
Kernteksten
Mt. 28:18-20; Kol. 1:9-11; Hebr. 4:12-13
- Onderlinge zorg (gedeelde verantwoordelijkheid naar elkaar toe)
- Elkaar opbouwen;
- Voor elkaar zorgen
Omschrijving
We geloven dat we van God de Vader de verantwoordelijkheid hebben gekregen om als broers en zussen voor elkaar te zorgen en elkaar te bemoedigen. Met ruimte voor onze menselijke verschillen streven we ernaar om in de gemeente een klimaat te scheppen waarin iedereen zich geliefd voelt, wordt opgebouwd en tot bloei komt. De kleine groepen vormen een belangrijke manier om die onderlinge zorg aan elkaar te geven. Iedereen die deel uitmaakt van onze gemeente, maakt ook deel uit van zo’n kleine groep. Zo willen we elkaar helpen om in de kracht van God te leven in een gebroken wereld.
Kernteksten
Gal. 6:1-2, 9-10; 1 Kor. 12
- Inspirerend (geloof beleven en uiten met passie en enthousiasme)
- Herkenbaar;
- Enthousiasmerend;
- Geloofwaardig;
- Verwachtingsvol;
- Navolgbaar
Omschrijving
We geloven met hart en ziel dat God onmetelijk groot is en krachtig werkt door zijn Heilige Geest, en dat Hij ons dit gezamenlijk laat beleven tijdens onze zondagse diensten en andere samenkomsten. Daarom willen we in al onze samenkomsten ons hart uiten naar God en elkaar enthousiast maken voor Hem, vol verwachting over wat God ons wil leren en hoe Hij in onze levens wil werken. Het gebed staat centraal als uiting van onze afhankelijkheid en verwachting van God. Om wat we horen, zingen en meemaken ook inspirerend te laten zijn voor de rest van ons leven, willen we dat het herkenbaar, geloofwaardig, navolgbaar en realistisch is.
Kernteksten
Ps. 146; Col. 3: 16; Ef. 3:18-21; Jes. 56:7
- Relevant (eigentijds en naar buiten gericht)
- Laten zien dat het geloof relevant is voor het dagelijks leven;
- Invloed hebben in de wereld om ons heen;
- Tot zegen zijn voor onze omgeving
Omschrijving
We geloven dat de waarheid van Gods eeuwenoude boodschap blijvend is. We willen de stijl en de vorm waarin we die waarheid doorgeven, laten aansluiten bij de tijd waarin wij leven en bij de unieke regio waarbinnen we gemeente zijn. Zo kunnen mensen binnen en buiten onze gemeente zien en ervaren dat Gods Woord relevant is voor hun leven en hoe goed het is om Hem te kennen.
Wij zijn een gemeente die is samengesteld uit mensen met heel verschillende leeftijden en kerkelijke achtergronden. We willen graag aan al die mensen een plek bieden, met als uitgangspunt dat we, met respect voor tradities, wat de samenkomsten betreft vooral zullen aansluiten bij de stijl en belevingswereld van de komende generatie, zodat we het geloof aan haar kunnen overdragen.
We willen als gemeente, zowel op persoonlijk vlak als gezamenlijk, verschil uitmaken in onze leefomgeving, in het bijzonder in Maastricht en omgeving, zodat we zichtbaar zijn voor mensen die God niet kennen. Dat willen we doen door Gods waarheid en liefde aan onze omgeving door te geven, zowel door onze woorden als door onze daden. We geloven dat God ons deze opdracht gegeven heeft, niet alleen voor onze leefomgeving maar ook daarbuiten. Daarom willen we degenen die deze boodschap ook verder de wereld inbrengen, steunen.
Kernteksten
Jes. 58:6-14; Mt. 5:13-16; 1 Kor. 9:19-23
- Dienend
- Dienend vanuit ieders gaven;
- Dienende leiders
We geloven dat God aan iedereen gaven en talenten heeft gegeven om Hem en de gemeente te dienen. We vragen daarom van iedereen die lid is van onze gemeente tijd beschikbaar te stellen om in de gemeente dienend bezig te zijn. Iedereen die dient, zal ook worden gecoacht en mogelijk worden gevraagd anderen te coachen, tot opbouw van elkaar en van de gemeente.
We geloven dat God leiders aan de gemeente heeft gegeven, die de verantwoordelijkheid hebben als herders de gemeente te leiden, voor haar te zorgen, er op toe te zien dat Gods Woord naar waarheid wordt verkondigd en nageleefd, en die hun kennis en ervaring doorgeven aan een volgende generatie leiders. Zij doen dit dienend, vanuit de wetenschap dat ze niet alleen verantwoording zullen moeten afleggen aan de gemeente, maar ook aan God zelf. Van de gemeente wordt gevraagd haar leiders te aanvaarden, te respecteren en te ondersteunen in hun werk.
Kernteksten
Fil. 2:4-5; Ef. 4:11-16; 1 Pet. 5:2-5
Bijlagen praktische toepassing
Visiedocument Baptistengemeente Maastricht
mei 2011
Mat. 5:16
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen,
opdat ze jullie goede daden zien
en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Bijlagen:
- Achtergrond en kenmerken van Baptistengemeenten
- Identiteit van de BGM en het uitdragen van de identiteit
- Doelgroep van de BGM
- Leiderschap en inspraak van de gemeente
- Gaven van de Geest
- Antwoorden op vragen t.a.v bevrijdingspastoraat en de Charismatische Beweging
- De vrouw in het ambt
- Pastorale kwesties rondom seksualiteit
Bijlage 1: Achtergrond en kenmerken van Baptistengemeenten
Om een beeld van de geschiedenis van de BGM te krijgen moeten we veel verder terug dan het eigenlijke ontstaan van de gemeente in Maastricht. Gods grote daden beginnen niet pas bij ons hier in deze tijd, maar zijn al lang geleden begonnen en van mens tot mens en generatie tot generatie doorgegeven. We moeten ons ervan bewust zijn dat we staan in een traditie van eeuwen: het baptisme. Om duidelijk te maken wat de baptistische identiteit inhoudt, geven we een korte samenvatting van een artikeltje van Olof de Vries over het ontstaan van het baptisme in Nederland en haar kenmerken.
Ontstaan van het baptisme in Nederland
In 1609 werden in Amsterdam vijftig Engelsen, die vanwege geloofsvervolging het moederland waren ontvlucht, op de belijdenis van hun geloof gedoopt. Dit was het begin van de baptistengemeenten in Nederland. Deze groep was oorspronkelijk lid van de Anglicaanse staatskerk waar alleen de kinderdoop werd bediend. Ze waren niet tevreden met de wijze waarop de reformatie was doorgevoerd in de Anglicaanse kerk (deze kerk vertoonde nog vele katholieke ‘trekken’ zoals de nadruk op de liturgie en de sacramenten). Deze onvrede had in 1607/1608 geleid tot de vorming van een eigen gemeente, los van de staatskerk. Aangezien dit een riskante onderneming was, vluchtte de groep, met John Smyth als leider, naar het tolerante Nederland. Hier kwam de groep in Amsterdam in aanraking met de doopsgezinde gemeente die al langer in Nederland bestond. John Smyth kwam vervolgens tot de overtuiging dat een gemeente gefundeerd moet zijn in de doop. De verbondssluiting van anderhalf jaar daarvóór was niet voldoende. Die verbondssluiting moest gestalte krijgen in de bediening van de doop. En zo werden alle leden alsnog gedoopt. Dit was het begin van het baptisme in Nederland.
Belang van de leden en de doop op belijdenis
In de ontstaansgeschiedenis van het baptisme stond de vraag naar de ware christelijke gemeente centraal. Kenmerkend voor baptisten is de wijze waarop ze een gemeente vormen. De gemeente behoorde te bestaan uit leden die een persoonlijk geloof in Jezus Christus beleden en zich committeerden aan de zaak van God en aan elkaar. De nadruk op belijdenisdoop was daarvan een logische consequentie. Terwijl in de Anglicaanse visie de kerk begint bij de bisschop, begint in het baptisme de kerk dus bij de leden zelf! Door de nadruk op het commitment van de leden van de plaatselijke gemeente, was iedere verbondsgemeente in zichzelf een volwaardige gemeente.
Scheiding van kerk en staat
Het baptisme is ontstaan in een klimaat van geloofsvervolging. Dit heeft baptisten van meet af aan gemaakt tot strijders voor vrijheid van geloof en geweten. De staat heeft geen gezag over de kerk en het geloof van haar leden. En omgekeerd mag de kerk de overheid niet voor haar karretje proberen te spannen. Deze principes zijn in de loop der tijden verankerd in de grondwet van vele naties, voor de eerste keer in 1791 in de Verenigde Staten van Amerika. Baptisten hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. Geweldloosheid en machtsmisbruik zijn hierbij belangrijke thema’s.
Passie voor zending en evangelisatie
In de loop van de 400 jaar dat het baptisme nu bestaat is het uitgegroeid tot een wereldwijde gemeenschap van gemeenten. Deze expansie hangt samen met een passie voor zending en evangelisatie. Binnen het baptisme ligt de “nadruk op de verantwoordelijkheid om ten overstaan van individuen en de staat in woord en daad getuigenis af te leggen van de betekenis van een leven in Christus, en het lijden te ondergaan dat mogelijk uit dit getuigenis voortkomt.”
Nadruk op discipelschap
Discipelschap en de navolging van Christus zijn belangrijke thema’s voor baptisten. De nadruk op het onderlinge verbond van gelovigen impliceert ook dat gelovigen een wederzijdse verantwoordelijkheid hebben om elkaar te helpen in die navolging. Wie God liefheeft moet ook zijn broeder liefhebben (1 Joh. 4:21). “Bij het ‘jij bent mijn broeder’ hoort het ‘ik ben jouw hoeder’”. Hierbij ligt de nadruk op het gebruik van de Bijbel als betrouwbaar richtsnoer voor zowel leer en leven.
Nadruk op Gods eer
Volgens Henk Bakker (toonaangevend baptistentheoloog in Nederland) loopt de lijn van Gods eer sinds jaar en dag door het baptisme heen. Niet de mens en zijn ‘kunnen’ staat centraal, maar God en zijn genade. De Baptisten vonden meer aansluiting bij het Calvinisme, waar de nadruk lag op de mens die uit zichzelf tot niets in staat was, dan bij het Arminianisme, waar de nadruk meer lag op de mogelijkheden die de mens zelf had om te leven naar Gods eer.
Consequenties voor leiderschap in de gemeente
Volgens de congregrationalistische visie op gemeente-zijn (binnen de baptistentraditie) komt Christus zonder menselijke bemiddeling, of tussenkomst tot de gemeente en tot de individuele gelovige. De bemiddeling van het heil vindt niet alleen plaats door ‘ambtsdragers’, maar door alle leden van de gemeente. Alle christenen hebben een taak in de gemeente, want zij zijn allen door Christus tot geloof geroepen.
Deze taak kan alleen uitgevoerd worden met behulp van de gaven van de Geest. Iedereen heeft de Heilige Geest ontvangen en is in die zin ‘begaafd’. Allen werden vervuld van de heilige Geest (Hand. 2:4) en in iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk (1 Kor. 12:7). Het gevolg van de universele verdeling van de gaven is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het leven van de gemeente. Zij is een zogenaamde “charismatische gemeenschap”. Op basis van de doop zijn alle gelovigen priesters geworden, op basis van hun ontvangen genadegaven functioneren zij allen in de gemeente en zijn zij allen dragers van een bediening vanuit een fundamentele gelijkheid. Ieder gemeentelid deelt in de dienst en het getuigenis van Christus. Van de gemeenteleden wordt wel gevraagd dat zij de leiding van de oudsten erkennen en er voor te zorgen dat zij hun taak met vreugde kunnen vervullen (Hebr 13:7).
Hieruit volgt dat besluiten worden genomen door de plaatselijke gemeentevergadering (niet door bovenlocale structuren) na gemeenschappelijk gebed en beraad onder leiding van de Geest. De gemeente is geroepen om als gemeenschap de gezindheid en de wil van Christus te onderscheiden. “De congregationalistische gemeentevisie neemt elk kind van God als waar priester of priesteres dus serieus. Ieder gemeentelid mag en moet meedenken en meebeslissen. Samen zijn we een lichaam.” Het is de taak van de leiders om de gemeente hierin te onderwijzen en om zo de gelovigen te helpen om hun verantwoordelijkheid op zich te nemen. Leiderschap wordt vooral verstaan als ‘dienst’ (cf. Jezus kwam om te dienen) aan de gemeente. Leiderschap betekent dat de kudde gehoed wordt (herderschap) en dat er geen heerschappij over de kudde gevoerd wordt (1 Petr 5:1). Het congregationalisme heeft dus niets van doen met democratie, maar vormt een “Christocratie”. De wijze waarop dit gestalte krijgt en functioneert is doordat de Geest ‘aan een ieder geeft tot welzijn van allen’ (1 Kor. 12:7).
De BGM
De Baptistengemeente Maastricht is vanaf haar ontstaan lid geweest van de Broederschap van Baptistengemeenten in Nederland (BBN,[1] later gefuseerd met CAMA tot ABC-gemeenten).
Bijlage 2: Identiteit BGM
We omschrijven de identiteit van de Baptistengemeente Maastricht in hoofdlijnen als: Christus centraal, sociologisch divers en cultureel relevant:
Christus centraal
De BGM sluit zich zowel in naam, als in identificatie met andere gemeenten in Nederland, als in structuur, aan bij het baptisme. Dit is een traditie die inmiddels al meer van 400 jaar oud is. Ondanks het voortdurende zoeken naar nieuwe uitingsvormen is deze traditie in de geschiedenis van de BGM niet losgelaten. Er is sprake van een baptistenidentiteit. Hierbij is het uitgangspunt dat Christus centraal staat. De BGM beschouwt de bijbel als volledig door God geïnspireerd en als zodanig de betrouwbare en waarachtige bron voor ons eigen persoonlijke leven en dat van onze gemeente. Omdat Christus centraal staat, wordt ons leven gekenmerkt door liefde en toewijding aan elkaar.
De diversiteit wordt gewaardeerd. Verschillende mensen uit verschillende (kerkelijke of streekgebonden) achtergronden ontmoeten elkaar en vullen elkaar aan. Samen willen we optrekken en vanuit onze verschillende geloofsbelevingen willen we deze en de volgende generatie bereiken.
De BGM wil dat haar leden God dienen in de omgeving waar ze wonen en werken. Dit houdt in dat de gemeente zich richt op toerusting van de gelovige en dat elk lid een taak heeft in deze wereld. Dit houdt tevens in dat het kinder- en tienerwerk en het bevrijdingspastoraat een belangrijke plek in de gemeente heeft gekregen.
Uitdragen van de identiteit
De leiders en het kader van de gemeente draagt de visie van de gemeente uit naar de gemeenteleden. Hij/zij kan persoonlijk anders over zaken denken, maar wordt geacht dit niet aan anderen te onderwijzen. Het is vanzelfsprekend dat alle oudsten, kringleiders en diakenen de richtlijnen voor de gemeentepraktijk moeten kunnen respecteren, onderschrijven en in de gemeente mede gestalte geven.
Gemeenteleden mogen een andere visie hebben op deze zaken, maar in het overbrengen van principes en het geven van onderwijs (ook impliciet in het leiden van de zangdienst, de gebedsbijeenkomsten, kleine groepen enz.) wordt van hen verwacht dat ze handelen overeenkomstig de gemaakte afspraken.
Bijlage 3: Doelgroep van de BGM
Op basis van ons visiedocument maken wij geen keuze voor één bepaalde doelgroep.
We willen wel graag relevant zijn voor de mensen in onze leefomgeving en voor de nieuwe generatie. Daarnaast laat de geschiedenis van de gemeente zien dat kinder- en jongerenwerk een belangrijke plek inneemt. Als er keuzes gemaakt dienen te worden die het gemeenteleven ingrijpend beïnvloeden is het daarom wenselijk dat er vooraf afgewogen wordt in hoeverre de aantrekkelijkheid, kwaliteit en continuïteit en kwaliteit van het kinder- en jongerenwerk gewaarborgd kunnen worden.
Bijlage 4: Leiderschap en inspraak van de gemeente
De Bijbelse maatstaven voor een oudste vinden we in 1 Timoteüs 3:2-12 en Titus 1:6-9. Ook zijn er enkele kenmerken te vinden in Handelingen 6:2-3. In volgorde:
1. een goede reputatie/ onbesproken
2. man van één echtgenote 3. waakzaam/ nuchter 4. verstandig/ bezadigd 5. fatsoenlijk/ beschaafd 6. gastvrij 7. goed kunnen onderwijzen 8. niet verslaafd aan drank 9. niet opvliegend zijn/ geen vechtersbaas 10. vriendelijk en uit zijn op vrede 11. niet gehecht aan geld 12. zijn eigen huishouden, gezin en kinderen goed kunnen leiden 13. geen pasbekeerde 14. goed bekend staan bij buitenstaanders |
1. op zijn echtgenote mag niets aan te merken zijn
2. waardig zijn 3. eerlijk zijn/ niet met twee tongen spreken 4. niet op eigen voordeel uit zijn 5. met een zuiver geweten vasthouden aan (de geheimenis van) het geloof 6. niet zelfingenomen zijn/ aanmatigend 7. niet snel kwaad zijn/ zelfbeheersing 8. het goede liefhebben 9. rechtvaardig en vroom/ in de juiste verhouding tot God staan, toegewijd zijn 10. vasthouden aan het betrouwbare Woord 11. een goede getuigenis hebben 12. met heilzaam onderwijs kunnen bemoedigen 13. vol zijn van de Heilige Geest |
Leiderschap wordt opgevat als ‘dienen’, het toerusten van de heiligen en het geven van het goede voorbeeld. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet (Rom 12:8). De leden worden opgeroepen het leiderschap van de oudsten te erkennen en ervoor te zorgen dat zij hun taken met vreugde kunnen uitvoeren (Hebreeën 13:17).
Belangrijke beslissingen moeten zo veel mogelijk gedragen worden door de hele gemeente. Besluiten die ingrijpende gevolgen hebben voor het gemeenteleven worden eerst besproken en er wordt door de leiding aandacht gegeven aan het proces van verandering, rekening houdend met eventuele spanningen. Iedere gelovige is een priester, wordt geleid door de Geest en draagt medeverantwoordelijkheid. Niet alleen de leiders van de gemeente moet zoeken naar Gods leiding, maar ook gemeenteleden moeten hier actief bij betrokken worden. Gemeenteleden hebben dus ook zelf de verantwoordelijkheid om hier actief bij betrokken te zijn. Het is belangrijk dat ieder lid de gemeente ook ondersteunt d.m.v. gebed (Efez 6:18, 1 Tim 2:1). De gemeenteleiding heeft tot taak om de gemeenteleden te voorzien van goed en Bijbels onderwijs zodat ze ook in staat zijn om te toetsen of een bepaalde praktijk wenselijk is en Bijbels verantwoord. Zowel goed als fout leiderschap moet in de gemeente onderscheiden worden (1 Tim 5:17-19).
Bijlage 5: Gaven van de Geest
Waar het gaat om de gaven van de Heilige Geest leggen we vanuit onze traditie de nadruk op het feit dat iedere gelovige “begaafd” is. We geloven dat de Heilige Geest gaven toebedeelt zoals en wanneer Hij dat wil, dat we elkaar nodig hebben en samen het lichaam van Christus vormen. Gaven zijn altijd bedoeld tot opbouw van de gemeente (1 Korintiërs 14:12). Alle Geestesgaven zijn vandaag de dag nog steeds werkzaam. De Bijbel roept op te streven naar de gaven van de Geest (1 Korintiërs 14:1) en de Geest niet uit te doven (1 Thessalonicenzen 5:19). Het zichtbaar worden van deze gaven is echter geen bewijs van geestelijkheid of heiligheid. Wonderlijke gebeurtenissen zijn in zichzelf geen bewijs van het werk van de Geest, dit dient altijd getoetst te worden. De Korintiërs, die het aan geen enkele gave ontbrak (1 Korintiërs 1:7), werden door Paulus toch als wereldsgezind getypeerd (1 Korintiërs 3:1).
Wonderen en het Koninkrijk van God
Het Koninkrijk van God wordt verkondigd door woorden, door daden en ook door wonderen (Marcus 16:17,18). De wonderen zien we als tekenen van het Koninkrijk van God dat nog in zijn volheid moet komen. Het is onze taak om te getuigen, Gods Geest kan overtuigen (Johannes 16:8). God kan op vele manieren overtuigen, soms door wonderbaarlijk of rechtstreeks ingrijpen van bovenaf, maar vaker door onze eenvoudige dienst en oprechte toewijding aan God en door ons leven met de genade die God geeft.
Onze visie op het Koninkrijk van God is dat dit reeds gekomen, maar tevens nog komende is. Het Koninkrijk is gekomen in Christus, die volmaakt Gods wil gedaan heeft. Tegelijkertijd is het Koninkrijk nog komende, want we wachten nog op de wederkomst van Christus. Pas als Hij terugkomt zal het Koninkrijk in zijn volle werkelijkheid op aarde aanwezig zijn. Het Koninkrijk is dus zowel een bestaande realiteit als een toekomstige hoop. God geeft de kracht om nu te dragen wat moeilijk is maar ook de hoop om een betere toekomst te verwachten en uit te zien naar wonderen die God kan geven. De opdracht voor het aardse leven met dit spanningsveld is om trouw te zijn tot het einde en om gehoorzaam Jezus na te volgen te midden van een gebroken wereld. Kernwoorden zijn afhankelijkheid en genade. We zijn getuigen van Gods grote daden. We beseffen dat we zonder Hem niets kunnen, maar dat met Hem alles mogelijk is (Joh 15:5, Marcus 9:23). We zijn leerlingen, geen Meesters.
Toegepast op bijvoorbeeld de genezingsbediening stellen we vast dat dit bij uitstek een bediening van gebed is. Er wordt gebeden om iets wat we wensen te ontvangen. Dit is een verschil met sommige bewegingen of denominaties waarbij genezing gezien wordt als zijnde inbegrepen bij de verzoening en daarmee dus voor iedere christen altijd beschikbaar. Uiteraard geloven we dat God geneest op basis van het verzoeningswerk van Christus. Maar we nemen afstand van de opvatting dat het daarmee iets is wat we hier en nu “bezitten”.
Doop en vervulling met de Heilige Geest
Volgens 1 Korintiërs 12:13 is er maar één Geest die ons in één lichaam doopt, dat is het lichaam van Christus, de Gemeente. Hieruit concluderen wij, dat de doop in de Heilige Geest die handeling van God is waarmee mensen tot kinderen Gods gemaakt worden en door
geloof toegevoegd worden aan het Lichaam van Christus. Wij ontvangen de doop met de Geest dus, of liever: wij ondergaan die onderdompeling in de Geest op het moment dat we worden wedergeboren. Ná deze doop in de Geest kunnen er vele momenten van vervulling met de Geest zijn (mogelijk maar niet noodzakelijkerwijs samenvallend met het ontvangen van gaven van de Geest).
Leven en wandelen in de Geest
Het is van wezenlijk belang dat we als gelovigen leven door en wandelen in de Geest. Door te leven uit die Geest zullen we Zijn wil doen in ons leven en tot grote geestelijke dingen door Hem in staat zijn. Deze wandel in de Geest is ten diepste de grondhouding van ons leven.
Tongentaal
Tongentaal is eerst en vooral voorbehouden aan ons persoonlijk gebedsleven en zal dus niet in de openbare samenkomst (dus een bijeenkomst waar ook buitenstaanders kunnen komen, met name de zondagse samenkomst) hardop uitgesproken worden, tenzij er duidelijk bekend is, dat er enkele personen aanwezig zijn, die de gave van vertolking hebben.
Profetie
Voor het uitspreken van een profetie of openbaring in een centrale samenkomst wordt eerst bekend gemaakt aan de aanwezige oudste van dienst of in de huiskring aan de kringleider[2], die de woorden zal toetsen. De woorden “Zo spreekt de Heer” (in het Hebreeuws ‘Koh ‘amar Adonai’) zullen bij het uitspreken van de profetie niet worden gebruikt, omdat wij ons bewust zijn, dat onze profetische uitspraken niet in dezelfde gezagslijn staan met de Bijbelse profeten.
Gebed voor zieken
Op verzoek kan te allen tijde gebeden worden voor zieken onder oplegging van handen. We bidden daarom in het vaste vertrouwen dat ziekte niet de wil van God is en dat we ons vrijmoedig tot hem mogen richten om genezing te ontvangen. Ziekten komen niet van God maar zijn het gevolg van de zondeval. God staat echter wel ziekten toe en we beseffen dat niet iedere ziekte hier op aarde genezen zal worden en dat God ook verheerlijkt kan worden door het dragen van de ziekte heen en bidden ook daarvoor. Ons richtpunt is de eer van God en niet de genezing op zich.
Zalven van zieken
Het zalven van zieken wordt voorgelegd aan en uitgevoerd door oudsten. Een verzoek voor zalving op grond van Jakobus 5 wordt ingediend bij één van de oudsten, die na gebed en overleg de zieke op grond van Jacobus 5 zullen zalven.
Bijlage 6: Antwoorden op vragen t.a.v. bevrijdingspastoraat en de charismatische beweging
Gestelde vragen:
- Hoe verhoudt het pastoraat zich ten opzichte van het bevrijdingspastoraat?
- Hoe verhouden wij ons ten opzichte van de Charismatische beweging?
Antwoord op vraag 1:
Vanaf 2007 functioneert er binnen het pastorale team een team “bevrijdingspastoraat”. New Age, occultisme, alternatieve geneeswijzen en meer van dergelijke zaken zijn zeer prominent aanwezig in de omgeving waar we wonen en werken. Toen een aantal mensen zich verder is gaan verdiepen in het toepassen van bevrijdingspastoraat en zich hierin heeft laten trainen, is door de oudsten besloten dit ook als mogelijkheid en onderdeel van het totale pastoraat van de gemeente aan te gaan bieden.
Het bevrijdingspastoraat is bedoeld voor mensen die verlangen te leven in de vrijheid die Jezus voor hen heeft verworven, maar die vrijheid door blokkades in hun leven niet zo ervaren. Deze blokkades kunnen gevormd worden door pijn, verdriet, angst, verslavingen etc., met tal van oorzaken. Het bevrijdingspastoraat vormt een waardevolle aanvulling op algemeen pastoraat binnen onze gemeente alsmede op algemeen toegankelijk maatschappelijke, psycho-sociale en/of psychiatrische hulpverlening. Het uitgangspunt is Galaten 5:1. “Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven….”.
Antwoord op vraag 2:
We willen ons niet afzetten tegen andere broeders en zusters die net als wij, vanuit hun identiteit verbonden zijn met de Persoon van Christus, en met ons samen Zijn lichaam vormen, de Kerk, en Hem willen navolgen en van Hem willen getuigen in deze wereld. Daarom willen we ons slechts onderscheiden zoals verschillende broeders en zusters van een familie zich onderscheiden ten opzichte van elkaar, maar één familie zijn van dezelfde Heer. We zoeken eenheid met elkaar omdat de nadruk moet liggen op Gods eer en niet op onze eer.
Vanuit onze identiteit zijn onze bijeenkomsten “christo-centrisch”, Jezus staat centraal. Wij willen niet dat de wondergaven van de Heilige Geest een doel op zich worden. Alle gaven zijn waardevol en behoren altijd tot opbouw van de gemeente te functioneren. In het navolgen van Christus en het verkondigen van het Koninkrijk van God in woorden en daden willen we ons door God laten gebruiken, ook door het uitstrekken naar de gaven van de Geest. God kan wonderen toevoegen als tekenen van zijn Koninkrijk. Wat dit laatste aspect betreft vinden we aansluiting bij de positieve verwachting die we bij charismatische broeders en zusters terugvinden ten opzichte van de wonderbaarlijke inmenging van God door zijn Geest in alle tijden
Bijlage 7: De vrouw in het ambt
te definiëren door een samen te stellen commissie
Bijlage 8: Pastorale kwesties rond seksualiteit
te definiëren door een samen te stellen commissie
[1] De BBN gemeenten hebben in principe dezelfde achtergrond als de Unie van Baptistengemeenten.
[2] De kringleider bespreekt dit ook met één van de oudsten.